dinsdag 20 december 2022

Kregen Adam en Eva gelijke verantwoordelijkheid?

In Genesis 1:27-28 staat dat God tegen Adam en Eva (die nog niet bij name genoemd zijn in de tekst) beiden de aarde moeten vervullen, onderwerpen en erover moeten heersen. 


 En God schiep de mens naar Zijn beeld; naar het beeld van God schiep Hij hem; mannelijk en vrouwelijk schiep Hij hen. En God zegende hen en God zei tegen hen: Wees vruchtbaar, word talrijk, vervul de aarde en onderwerp haar, en heers over de vissen van de zee, over de vogels in de lucht en over al de dieren die over de aarde kruipen!

In het Hebreeuws is het woord dat in Genesis 1:27 wordt gebruikt om "mens" aan te duiden, "adam" (אָדָם). Dit woord is in het Hebreeuws grammaticaal enkelvoud, wat betekent dat het verwijst naar één persoon. In Genesis 1:27 wordt echter ook het woord "hen" gebruikt, wat in het Hebreeuws "otam" (אֹתָם) is. Dit woord is een voornaamwoord in de derde persoon meervoud en verwijst naar meer dan één persoon. Het gebruik van dit meervoudige voornaamwoord suggereert dat God zowel man als vrouw schiep om gezamenlijk over de aarde te heersen. 

Bovendien wordt het woord "adam" in Genesis 1:27 vaak vertaald als "mensheid" of "menselijk ras", wat ook suggereert dat het hier om de schepping van de gehele menselijke soort gaat, niet alleen om de schepping van een enkel individu. Hoewel er in sommige Bijbelvertalingen wordt gesproken over "hem" in plaats van "hen" in wordt in de oorspronkelijke Hebreeuwse tekst duidelijk het meervoudige voornaamwoord gebruikt.

Adam en Eva kregen gelijke verantwoordelijkheid om zich te ontwikkelen en te groeien, om productief te zijn en bij te dragen aan de wereld. Het idee van "heersen" in deze context is nauw verbonden met hun menselijke verantwoordelijkheid om de wereld te beheren en te zorgen voor de natuurlijke omgeving waarin zij leefden.

Samenvatting: In de scheppingsverhalen in Genesis 1-3 krijgen Adam en Eva in eerste instantie een gelijke verantwoordelijkheid. In Genesis 1:26-28 staat dat God de mens schiep naar Zijn beeld en gelijkenis, en hen gezamenlijk de opdracht gaf om de aarde te beheren en te heersen over alle levende wezens. Er wordt niet specifiek onderscheid gemaakt tussen de verantwoordelijkheden van Adam en Eva. Ze waren volmaakt voordat ze zondigden. Dat betekent dat ze in een staat van perfectie en harmonie leefden met God en met elkaar, en in staat waren om te functioneren op de manier waarop God het had bedoeld.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten