Posts tonen met het label vrouwen in de Bijbel. Alle posts tonen
Posts tonen met het label vrouwen in de Bijbel. Alle posts tonen

maandag 24 november 2025

Maria’s werkwoorden: bewaren en overleggen

Soms lees je iets terug dat je jaren geleden opschreef, en het raakt je opnieuw alsof je het voor het eerst hoort. Dat had ik deze week. Iets in mij verlangde ineens weer naar eenvoud: woorden vasthouden, ze niet laten verdampen, maar ze laten landen. Veel meer tijd nemen om er over na te denken.

Ik bleef steken bij die ene zin in Lukas 2:19:
“Maar Maria bewaarde al deze woorden en overwoog ze in haar hart.”

Er zit zo iets moois in. Maria begint geen systemen, opvattingen of theorieën uit te pluizen.

Ze bewaart.
Ze overweegt.
Laat de woorden rijpen.

👉 Niet snel concluderen, maar tijd nemen om te luisteren.

Soms denk ik dat binnen drie seconden moet weten wat een tekst “me te zeggen heeft”. Maar Maria deed het tegenovergestelde. 

Hoe bewaar je Gods woorden?

Maria deed drie dingen ¹ 

  1. Ze neemt Gods woorden echt serieus.
    Elk woord telt.

  2. Ze legt Gods woorden naast elkaar.
    Als puzzelstukjes, tekst met tekst vergelijken

  3. Ze laat ruimte voor verwondering.
    Niet elke waarheid is in één dag te begrijpen, sommige pas na jaren.

En misschien is dat wel één van de grootste geestelijke lessen uit dit kleine vers:
Je groeit niet door alles te kunnen verklaren, maar door te bewaren.

Uit mijn oude blog

Ik las in een oude blog:

"Afgelopen zondag ging de preek over Jezus als onze grote Hogepriester.
Het raakte me opnieuw: zonder Zijn stem, zonder Zijn nabijheid, zou mijn geloof een lege vorm worden. Misschien netjes, misschien vroom, maar zonder vuur.

Mijn nieuwe gewoonte is dat ik weer aantekeningen maak tijdens de kerkdienst. Op die manier bewaar ik de woorden die ik hoor. Ik neem ze mee naar huis om ze te onderzoeken en te overleggen in mijn hart.

Maria richtte zich helemaal op de woorden, ze hield zich eraan vast. Ze liet niets schieten. Ze overlegde die in haar hart en bracht het ene woord samen bij het andere woord. Zoals met puzzelen: het ene stukje past precies op het andere. De woorden gingen rond in haar hart. Gods Woord was voortdurend bij haar. Dat wil ik ook! Elk woord van God meenemen, aan elkaar verbinden, samenvoegen. In mijn hart sluiten. Opbergen in mijn gedachten."

Misschien is dat wel wat ik opnieuw nodig hebben

Niet nóg meer informatie.
Niet nóg meer duiding.
Niet nóg meer religieuze drukte.

Maar het eenvoudige werk van luisteren.
Van bewaren.
Van overwegen.

Van God de tijd gunnen om Zijn woorden in me te laten wortelen.

🌿📖 Over welk Bijbelgedeelte denk jij de laatste tijd na? 

Mijn eigen kleine woordstudie

¹ In Lukas 2:19 staan twee werkwoorden. Bewaren vertaalt het Griekse συντηρέω (suntēréō), dat  je hier het best kunt begrijpen als: woorden vasthouden zoals je iets kostbaars bewaart; niet laten ontsnappen; bewaren met innerlijke aandacht. Het komt dicht bij het Hebreeuwse šāmar (bewaren, waken, zorgvuldig omgaan met wat God zegt).

Overleggen vertaalt συμβάλλω (symballō), letterlijk: “bij elkaar leggen”, “samenbrengen”. De woorden ordenen, vergelijken, wachten tot er betekenis oplicht. Het os verwant aan het Hebreeuwse hāga (mijmeren, prevelend overdenken) en lêb-denken (met het hart tot inzicht komen).

Samen schetsen deze woorden geen vluchtige emotie, maar een langzaam, aandachtig luisteren: woorden vasthouden, laten rijpen, en zo tot begrip komen, precies zoals geloofsreflectie in het Oude Testament werkt.

Gebruikte bronnen: Logeion, Perseus, Blue Letter Bible, StepBible, BibleHub.

vrijdag 19 september 2025

Het geloof van Rachab en Ruth

Door: LOÏS TVERBERG

Denk je dat vrouwen in de Bijbelse wereld nauwelijks keuzevrijheid hadden?
Dat zij, vergeleken met mannen, altijd achteraan stonden?

Het is een beeld dat we vaak herhalen... maar klopt het eigenlijk wel?

Op een verrassende manier hadden vrouwen in de Bijbel juist één bijzonder voordeel. Een onverwachte ruimte die verklaart waarom er zulke markante vrouwen opduiken in het Oude Testament: Ruth, de Moabitische, en Rachab, de prostituee uit Jericho. Ze waren niet eens Israëlitisch, en toch worden juist zij geprezen om hun geloof.

En in het Nieuwe Testament? Daar zien we hetzelfde patroon terug. Opvallend veel buitenlandse vrouwen sluiten zich aan bij de jonge gemeente. Wat maakte dat mogelijk?

Een oude wereld vol goden

In het Oude Nabije Oosten was je religie niet iets wat je zelf koos. Elke stam had zijn eigen goden, en als man was je gebonden aan de goden van je voorouders. Voor vrouwen lag dat anders: wanneer zij met iemand uit een andere stam trouwden, werd verwacht dat zij de goden van de familie van hun man gingen dienen.

Het geloof van Ruth

Juist daardoor was Ruth één van de weinigen in het Oude Testament die daadwerkelijk de ruimte had om van god te ‘wisselen’. Ze was Moabitisch, maar door haar huwelijk verbonden aan een Israëlische familie. Toen haar man stierf, rekende iedereen erop dat ze zou terugkeren naar haar eigen volk en haar eigen god. Maar Ruth deed iets radicaals: ze koos ervoor bij Naomi te blijven — en daarmee koos ze ook voor Naömi’s God.

“Waar u gaat, zal ik gaan… uw volk is mijn volk, en uw God is mijn God.” (Ruth 1:16)

We lezen die woorden vaak als pure familietrouw. Maar Joodse uitleggers horen er vooral een bewuste geloofskeuze in — de stap van een volmaakte proseliet. Misschien speelde er ook iets anders mee: de god van Moab, Kemosh, vroeg om kinderoffers. Het kan best dat Ruth juist daarom verlangde naar een andere God.


Het geloof van Rachab

Ook Rachab, de prostituee uit Jericho, koos voor de God van Israël. Zij verborg de verspieders omdat ze besefte dat deze God niet slechts één volk, maar de hele schepping regeerde:

“De HEER, uw God, is God in de hemel boven en op de aarde beneden.” (Jozua 2:10–11)

Misschien had Rachab deze vrijheid juist omdat zij, als uitgesloten vrouw, niet vastzat aan de religieuze verwachtingen van haar stam. Aan de rand van de samenleving keek niemand naar haar om. En precies daar, in die marge, maakte ze een geloofskeuze die de geschiedenis binnenging.

Ironisch genoeg waren het dus vaak vrouwen zonder status, weduwen, verstoten vrouwen, vrouwen zonder perspectief, die de ruimte hadden om te kiezen voor de God van Israël.

In het Nieuwe Testament

Ook in de eerste gemeenten valt iets op: veel van de eerste heidense gelovigen waren vrouwen. Zij hadden meer ruimte om te luisteren, te leren en zich af te keren van de goden van hun familie. Hun mannen waren doorgaans veel strakker gebonden aan de religieuze tradities van hun voorouders.

Maar met Christus veranderde alles. Door zijn dood en opstanding had Hij de machten en de ‘goden’ die de wereld beheersten, ontwapend. Voor het eerst werd het geloof niet beperkt tot Israël — alle mensen werden geroepen om zich te keren tot de ene ware God.

Paulus zegt het scherp tegen de Atheners: God heeft de tijden van onwetendheid overzien, maar nu roept Hij alle mensen op tot bekering, omdat Hij een dag vastgesteld heeft waarop Hij rechtvaardig zal oordelen (Handelingen 17:29–31).

--

PS Ruth wordt in de Joodse traditie vaak gezien als het voorbeeld van een volmaakte proseliet. Ook Rachab wordt zowel in het Nieuwe Testament (Jakobus 2:25; Hebreeën 11:31) als in vroegrabbijnse literatuur beschreven als een vrouw die door haar geloof tot Israël toetrad. Zie onder meer Leila Bronner, From Eve to Esther: Rabbinic Reconstructions of Biblical Women (Louisville, Kentucky: Westminster John Knox Press, 1994), 148–150.

Naschrift: Ik noem dit ‘voordeel’ met een knipoog, want écht voordelig was het niet. Het laat alleen zien hoe het toen ging: men verwachtte dat vrouwen bij hun huwelijk de godsdienst van hun man zouden overnemen. Daarom trouwden Israëlitische mannen soms met buitenlandse vrouwen. Maar veel van die vrouwen hielden vast aan hun eigen goden. Zo kwamen gebruiken in Israël terecht zoals het ‘wenen om Tammuz’ (Ezechiël 8:14) en het brengen van offers aan de ‘Koningin van de Hemel’ (Jeremia 7:18). Denk aan de vrouwen van Salomo en aan Izebel — zij brachten Israël juist in de richting van vreemde goden.

Vrij vertaald (met toestemming)
© 2025 Aritha. Alle rechten voorbehouden.

maandag 21 juli 2025

Wat was het ‘goede deel’ dat Maria koos

Door: LOÏS TVERBERG

Het verhaal van Maria van Bethanië sprak al zoveel vrouwen aan! Lees het in: Lukas 10:38–42. Maria wilde bij Jezus zitten en van Hem leren, ondanks de dringende herinneringen van Martha dat er nog een lange lijst huishoudelijke taken op haar lag te wachten. 


En ondanks Martha’s protest koos Jezus haar kant.


Aan de voeten van de Meester

In de tekst staat dat Maria “aan de voeten van de Heere zat” — een uitdrukking die in die tijd betekende dat je als leerling bij een rabbi studeerde. In Handelingen 22:3 gebruikt Paulus dezelfde uitdrukking wanneer hij trots vertelt over zijn opleiding “aan de voeten van Gamaliël.”

Het gaat er dus niet om dat Maria uit onderdanigheid op de grond ging zitten. Ze plaatste zichzelf — met durf — in Jezus’ binnenste kring van leerlingen, in elk geval voor die avond.

Wat betekent “het goede deel”?

Onlangs ontdekte ik dat de Joodse context ook meer inzicht geeft in de woorden van Jezus in dit gedeelte. Ik heb me verdiept in vers 42. De wat vreemde formulering heeft vertalers altijd voor raadsels gesteld. Letterlijk luidt de Griekse tekst:

“Maria heeft het goede deel (agathēn merida) uitgekozen, dat niet van haar zal worden afgenomen.” HSV en SV zeggen het dus goed

Meestal wordt dit vertaald als: “Maria heeft het beste gekozen.” Natuurlijk was haar toewijding beter dan Martha’s bezorgde afleiding. Maar er gebeurt iets interessanters. De Griekse tekst zegt niet alleen dat Maria een “betere keuze” maakte. Er staat letterlijk dat zij “het goede deel” heeft gekozen — een uitdrukking die in Joodse kring specifiek gebruikt werd als het ging over de waarde van Thora-studie.

Een erfdeel in de Thora

Het Griekse woord merida komt waarschijnlijk overeen met het Hebreeuwse chelek, wat betekent: ‘deel’, ‘aandeel’, ‘lot’ of ‘erfdeel’. Het wordt vaak gebruikt voor het deel dat iemand toekomt, soms letterlijk als erfenis, soms als een metafoor voor iemands levensweg.

Deze term komt ook terug in Joodse teksten in een vergelijkbare context. Wanneer mensen zich verzamelden om te studeren, was het gebruikelijk om vooraf te bidden: “Ten chelkenu b’toratekha” — “Geef ons ons deel in Uw Thora.” Na afloop bedankte men God voor zijn ‘deel’ in het leven, juist omdat men de kans had gekregen om de Schrift te bestuderen.

Luister maar naar hoe een vroege rabbi (1e–2e eeuw na Christus) bad wanneer hij het leerhuis verliet:

“Ik dank U, Heere mijn God, God van mijn vaderen, dat U mijn deel hebt gesteld onder hen die in het leerhuis en in de synagogen zitten, en niet onder hen die in de theaters en circussen zitten.” (Jeruzalemse Talmoed, Berachot 4:2)

Voor deze rabbi was het overdenken van de Schriften het ware leven. Hij hoorde bij de bevoorrechten die mochten blijven bij de woorden van de levende God. Een andere rabbi zei het zo:

“Keer het om en keer het om, want alles zit erin. Denk erover na, word oud en versleten met het Woord, en wijk er niet van af, want je hebt geen beter deel dan dit.” (Mishna, Avot 5:2)



Het beste dat het leven te bieden heeft

Er is geen beter deel in het leven dan het leren van de Schriften. Om te peinzen over hun diepe inzichten, te rusten in Gods wijsheid — er is eenvoudigweg niets dat daaraan kan tippen.

Dit was het “goede deel” dat Maria koos: het leren van Gods Woord. En niet alleen dat — zij had ook nog eens de grootste rabbi aller tijden gevonden om haar te onderwijzen. Maria had het allerbeste gevonden dat het leven te bieden heeft. En Jezus zou niet toestaan dat het haar werd afgenomen. 

Lois Tverberg

---

Wat ik dacht

Wat als dit geen les is over prioriteiten of stille tijd,
maar een moment waarin het Koninkrijk zichtbaar wordt?
In een vrouw die als leerling aan de voeten van haar Messias zit.
Omdat ze weet bij wie ze moet zijn. Hij is het! (Genesis 49:8)

En Hij stuurt haar niet weg.
Niet nu. Niet straks.
Nooit, nooit.


“Alles wat de Vader Mij geeft, zal tot Mij komen,
en wie tot Mij komt, zal Ik nooit, nooit uitwerpen.” 

(Johannes 6:37)


✧ 3 vragen:

  1. Wat raakt jou het meest in hoe Jezus Maria daar laat zitten —  in Zijn aanwezigheid?

  2. Als het goede deel niet een taak is, maar een Persoon, wat betekent dat voor jouw manier van luisteren, lezen, leven?

  3. Welke woorden van Jezus ben jij misschien gaan lezen als ‘moeten’, terwijl Hij ze sprak als uitnodiging tot nabijheid?

maandag 30 juni 2025

Manninne – de naam die verdween

Huh, heette Eva eerst Manninne?

Ik geef het toe: ik ben gek op namen. Niet alleen hoe ze klinken, maar vooral waar ze vandaan komen. De betekenissen, de verbanden. Dus toen ik onlangs het woord manninne tegenkwam in een oude bijbeltekst, was mijn nieuwsgierigheid meteen gewekt.

Manninne? Was dat ooit een gebruikelijk woord voor ‘vrouw’? En waarom zie je het nu nergens meer?

Een duik in de geschiedenis leverde iets bijzonders op.

De eerste vrouw had geen standaardnaam

In Genesis 2:23 — als Adam voor het eerst de vrouw ziet die God uit hem heeft gebouwd — roept hij:

“Deze zal manninne genoemd worden, want uit den man is zij genomen.”
(Statenvertaling 1637)

In het Hebreeuws zegt Adam: zij zal Isha heten, want uit Ish is zij genomen. Er zit dus een prachtig spel van klanken in: Ish – Isha, man – vrouw. Het drukt verwantschap en herkomst uit. Niet hiërarchie, maar nabijheid.

Maar het Nederlands heeft geen vrouwelijk woord dat net zo dicht bij man ligt. We zeggen 'vrouw' — en dat klinkt heel anders dan 'man'. Dus bedachten de Statenvertalers iets nieuws: mannin. Afgeleid van man met het achtervoegsel -in, dat je ook terugziet in woorden als boerin, koningin, godin.

Het werd een uniek woord dat de Hebreeuwse verwantschap recht moest doen. En het klonk nog mooi ook.

Etymologie met een kleine twist

Volgens taalkundigen is mannin een zogeheten leenvertaling van het Hebreeuws isha (אִשָּׁה). In de brontekst werd isha etymologisch verbonden met ish (‘man’), hoewel die oorsprong volgens sommigen niet helemaal correct is. Maar Adam zegt het zélf in het vers — dus of het nou klopt of niet: het is betekenisvol.

De Statenvertalers namen die lijn serieus. Ze wilden het verband hoorbaar houden, en zo ontstond dit bijzondere woord. Niet omdat het al in het Nederlands bestond, maar omdat het iets heiligs uitdrukte. Iets van verwantschap vóór de breuk.


Was mannine normaal in die tijd?

Niet echt. Het woord manninne komt vooral voor in oude Bijbelvertalingen, zoals:

  • De Statenvertaling van 1637

  • De Nederlandse Luthervertaling

  • En in het Duits: Männin (bijvoorbeeld bij Luther)

Het werd dus vooral gebruikt binnen een vertaalcontext — niet in het dagelijks taalgebruik. Je vindt het ook in oude psalmboeken of theologische werken, maar niet in liefdesbrieven uit de 17e eeuw ofzo.

Vandaag is het woord vrijwel verdwenen. Moderne vertalingen kiezen voor het simpelere ‘vrouw’, en het verband met ‘man’ gaat daarmee grotendeels verloren.

Een woord met laagjes

Wat ik zo mooi vind aan manninne, is dat het veel meer is dan een oud woord voor vrouw. Het is een taalkundige brug tussen twee namen. Het is de echo van het begin: jij hoort bij mij. Jij bent als ik. Jij bent van mijn vlees en been.

En ja, je kunt zeggen: het was een beetje vergezocht van die vertalers. Maar ik noem het liever liefdevol zorgvuldig. Want als er ooit een plek was waar woorden klonken met schoonheid, dan was het daar, in de tuin van Eden.

Terug naar de naam

Wat mij blijft raken, is dit: Adam mocht zijn naam houden. De aarde-man, gevormd uit stof, blijft gewoon Adam. Maar de vrouw, eerst nog Isha, kreeg geen vaste plek in onze vertalingen. 

En ik denk dan: hadden we het niet mooier kunnen doen? Gewoon die eerste naam behouden — Isha — of op z’n Nederlands: manninne. En dan uitleggen waar het vandaan komt. Een kleine voetnoot had genoeg geweest. Want soms zegt een naam meer dan duizend verklaringen.

Tot mijn verrassing vind ik bij de HSV de naam nog steeds, afgekort tot Mannin, met een voetnoot. Mooi gedaan.

📜 Wist jij dat de eerste vrouw in de Bijbel ooit manninne werd genoemd in Nederland

© Aritha – Alle rechten voorbehouden.

woensdag 5 maart 2025

Waarom verwijst Petrus naar Sara?

📖 Wanneer Petrus in 1 Petrus 3:5-6 vrouwen oproept om Sarah als voorbeeld te nemen, doet hij dat niet zomaar. Voor ons klinkt het misschien als een oproep tot gehoorzaamheid en onderdanigheid, maar voor een Jood zoals Petrus had deze verwijzing een diepere betekenis. 

1 Petrus 3:1-5,6 Evenzo, vrouwen, wees uw eigen mannen* onderdanig; opdat ook, als sommigen aan het Woord ongehoorzaam zijn, zij door de levenswandel van de vrouwen zonder woorden gewonnen mogen worden, Want zo tooiden zich voorheen ook de heilige vrouwen, die op God hoopten, en hun eigen mannen onderdanig waren; zoals Sara Abraham gehoorzaamde en hem heer noemde. U bent kinderen van haar geworden, als u goeddoet en niet bevreesd bent voor enig ding dat u angst zou kunnen aanjagen.

In de Joodse traditie wordt Sara niet gezien als een zwakke, volgzame vrouw, maar juist als een krachtige, toegewijde en gelovige matriarch. Ik ga op zoek naar meer...


Waarom koos Petrus haar als voorbeeld? 

Sara in de Joodse traditie: een sterke vrouw

In het Jodendom wordt Sarah niet alleen gezien als de vrouw van Abraham, maar als de moeder van Israël. Ze is de enige vrouw in de Bijbel die een heel Torah-gedeelte naar zich vernoemd heeft (Chajei Sarah – “Het leven van Sarah”). Dit laat zien hoe belangrijk ze is.

🔹 Sara als profetes – Volgens de Joodse traditie was Sara een van de zeven profetessen van Israël. Sommigen geloofden zelfs dat ze een sterker profetisch inzicht had dan Abraham!

🔹 Sara als geestelijke gelijke – De Torah beschrijft Sarah als volledig gelijkwaardig aan Abraham in hun roeping. In oude Joodse teksten staat zelfs dat Abraham de mannen onderwees en Sarah de vrouwen – ze hadden dus beiden een leidersrol in hun gemeenschap.

🔹 Sara als vrouw van geloof – Ze verliet haar thuisland, reisde door onbekende gebieden en wachtte decennialang op Gods belofte van een kind. Ze vertrouwde niet alleen op Abraham, maar vooral op Gods bescherming in moeilijke situaties.

Volgens de Joodse overlevering was haar tent gevuld met Gods zegen: haar brood bleef vers, haar sabbatskaarsen brandden langer en Gods aanwezigheid rustte op haar huis. Ze was geen passieve volger, maar een vrouw die Gods nabijheid droeg.

Waarom koos Petrus haar als voorbeeld?

Toen Petrus schreef aan gelovigen in 1 Petrus 3, wist hij dat veel van hen bekend waren met de Hebreeuwse Schrift. Door Sara te noemen, gebruikte hij een naam die kracht en geloof opriep.

Wat valt op in zijn verwijzing?

🔹 “Sara gehoorzaamde Abraham en noemde hem heer.”
Dit lijkt misschien op een oproep tot onderdanigheid, maar in de context van Genesis 18:12 was dit een privé-opmerking van Sara zelf, geen bevel van Abraham. Joodse leraren zagen dit als een teken van respect, niet van inferieur zijn.

🔹 “Jullie zijn dochters van Sara als jullie het goede doen en niet bang zijn.”
Petrus koppelt het voorbeeld van Sarah niet alleen aan gehoorzaamheid, maar ook aan vrijmoedigheid en vertrouwen op God. Sarah volgde Abraham niet uit angst, maar vanuit geloof dat God haar zou beschermen.

Petrus moedigt vrouwen dus niet aan om passief te leven. Integendeel! Hij roept hen op om net als Sarah sterk en onbevreesd te zijn in hun geloof.

Wederzijdse onderwerping en respect

Sommige Bijbelinterpretaties benadrukken alleen het deel over gehoorzaamheid, maar lezen niet verder. Want in 1 Petrus 3:7 geeft Petrus ook een boodschap aan de mannen:

🔹 “Mannen, behandel uw vrouw met begrip en geef haar eer als mede-erfgenaam van de genade van het leven.”

Dit betekent dat de man zijn vrouw ziet als een gelijke in Gods Koninkrijk. Petrus stelt geen eenzijdige onderwerping voor, maar zien we hier het principe van liefdevolle wederzijdse onderwerping.

Wat leer ik hiervan?

Door Sara als voorbeeld te noemen, laat Petrus zien dat:

Gehoorzaamheid niet betekent dat een vrouw minder waard is, maar dat ze God vertrouwt.
Vrouwen niet uit angst moeten handelen, maar vanuit hun verbinding met Christus 
Mannen geroepen zijn om hun vrouw te eren en te behandelen als mede-erfgenaam.

Net zoals Sara en Abraham samen Gods beloften erfden, mogen echtgenoten vandaag samen wandelen in Gods genade.

Bronnen:

  • First Fruits of Zion (Torah Club) – “Marital Advice from Sarah and Abraham,” on Parashat Vayera​ forwardtoyahweh.com 
  • Messianic Bible (Bibles For Israel Ministry) – “Parasha Chayei Sarah: Leaving a Legacy of Radical Faith,” on Sarah’s life and 1 Peter 3​ messianicbible.com
  • Chabad.org – “The 7 Prophetesses of Judaism,” on Sarah’s prophetic stature and righteousness​
  • Julia Blum – “Three Plus Four: Sarah,” Israel Bible Center blog, noting Jewish views of Sarah’s perfection​ blog.israelbiblicalstudies.com
  • Midrash & Talmud: Midrash Tanchuma (cited in FFOZ Torah Club) on God guarding marital peace​ forwardtoyahweh.com
  • Talmud Megillah 14a on Sarah as a prophetess​ chabad.org (al genoemd)
  • .Jewish Tradition: Discussion of converts as “children of Abraham and Sarah” myjewishlearning.com
  • Rabbinic teaching citing Sarah’s example of calling Abraham “lord”​ biblestudytools.com
Naar aanleiding van deze linkjes blijf ik vragen houden, waar ik een natwoord op zoek. Misschien schrijf ik daar later nog een blogje over

* Lees ook

vrijdag 18 november 2022

Eva: de ideale partner voor Adam

In Genesis 2:18 lezen we over het enige dat niet als "goed" werd verklaard in de hele schepping van God: "Toen zei de HEERE God: 'Het is niet goed dat de mens alleen is.'" Hetzelfde vers bevat de volgende tekst: Gods oplossing: "Ik zal een hulp voor hem maken als iemand tegenover hem." 


Twee Hebreeuwse termen in dit vers geven belangrijke informatie om de schepping van Eva als de eerste vrouw beter te begrijpen. Het woord dat met "helper" is vertaald, is de Hebreeuwse term 'ezer . Dit woord wordt soms zelfs voor God gebruikt, waarbij wordt opgemerkt dat Hij onze Helper is (Psalm 115:9-11). We zouden God, als Helper, zeker niet zien als onderdanig aan mensen, noch zouden we de rol van "helper" in Genesis 2:18 moeten begrijpen als een positie van onderdanigheid. Het concept van een "ideale partner" lijkt de gedachte het beste over te brengen.

Het tweede belangrijke Hebreeuwse woord in dit vers, vertaald met "passend" is kenegdow. Het betekent letterlijk 'volgens het tegenovergestelde van hem'. Met andere woorden, de focus ligt op een passende match. Eva is niet boven of onder Adam geschapen; ze was complementair. De dieren die Adam een ​​naam had gegeven, hadden elk een geschikte metgezel (Genesis 2:20), en Adam kreeg ook een passende metgezel. Eva was "precies goed" voor hem.

Zowel de man als de vrouw zijn gemaakt naar Gods beeld, volgens Genesis 1:27 : “En God schiep de mens naar Zijn beeld; naar het beeld van God schiep Hij hem; mannelijk en vrouwelijk schiep Hij hen..”

De apostel Paulus verwijst naar Genesis als hij zegt: "Een man zal zijn vader en moeder verlaten en zijn vrouw aanhangen, en die twee zullen één vlees worden" (Efeziërs 5:31). De gelovige en vrouw mogen in het huwelijk als één leven, verenigd in liefde voor God en voor elkaar, een voorbeeld van de liefde die Christus heeft voor Zijn bruid, de Kerk.