Huh, heette Eva eerst Manninne?
Ik geef het toe: ik ben gek op namen. Niet alleen hoe ze klinken, maar vooral waar ze vandaan komen. De betekenissen, de verbanden. Dus toen ik onlangs het woord manninne tegenkwam in een oude bijbeltekst, was mijn nieuwsgierigheid meteen gewekt.
Manninne? Was dat ooit een gebruikelijk woord voor ‘vrouw’? En waarom zie je het nu nergens meer?
Een duik in de geschiedenis leverde iets bijzonders op.
De eerste vrouw had geen standaardnaam
In Genesis 2:23 — als Adam voor het eerst de vrouw ziet die God uit hem heeft gebouwd — roept hij:
“Deze zal manninne genoemd worden, want uit den man is zij genomen.”
(Statenvertaling 1637)
In het Hebreeuws zegt Adam: zij zal Isha heten, want uit Ish is zij genomen. Er zit dus een prachtig spel van klanken in: Ish – Isha, man – vrouw. Het drukt verwantschap en herkomst uit. Niet hiërarchie, maar nabijheid.
Maar het Nederlands heeft geen vrouwelijk woord dat net zo dicht bij man ligt. We zeggen 'vrouw' — en dat klinkt heel anders dan 'man'. Dus bedachten de Statenvertalers iets nieuws: mannin. Afgeleid van man met het achtervoegsel -in, dat je ook terugziet in woorden als boerin, koningin, godin.
Het werd een uniek woord dat de Hebreeuwse verwantschap recht moest doen. En het klonk nog mooi ook.
Etymologie met een kleine twist
Volgens taalkundigen is mannin een zogeheten leenvertaling van het Hebreeuws isha (אִשָּׁה). In de brontekst werd isha etymologisch verbonden met ish (‘man’), hoewel die oorsprong volgens sommigen niet helemaal correct is. Maar Adam zegt het zélf in het vers — dus of het nou klopt of niet: het is betekenisvol.
De Statenvertalers namen die lijn serieus. Ze wilden het verband hoorbaar houden, en zo ontstond dit bijzondere woord. Niet omdat het al in het Nederlands bestond, maar omdat het iets heiligs uitdrukte. Iets van verwantschap vóór de breuk.
Was mannine normaal in die tijd?
Niet echt. Het woord manninne komt vooral voor in oude Bijbelvertalingen, zoals:
-
De Statenvertaling van 1637
-
De Nederlandse Luthervertaling
-
En in het Duits: Männin (bijvoorbeeld bij Luther)
Het werd dus vooral gebruikt binnen een vertaalcontext — niet in het dagelijks taalgebruik. Je vindt het ook in oude psalmboeken of theologische werken, maar niet in liefdesbrieven uit de 17e eeuw ofzo.
Vandaag is het woord vrijwel verdwenen. Moderne vertalingen kiezen voor het simpelere ‘vrouw’, en het verband met ‘man’ gaat daarmee grotendeels verloren.
Een woord met laagjes
Wat ik zo mooi vind aan manninne, is dat het veel meer is dan een oud woord voor vrouw. Het is een taalkundige brug tussen twee namen. Het is de echo van het begin: jij hoort bij mij. Jij bent als ik. Jij bent van mijn vlees en been.
En ja, je kunt zeggen: het was een beetje vergezocht van die vertalers. Maar ik noem het liever liefdevol zorgvuldig. Want als er ooit een plek was waar woorden klonken met schoonheid, dan was het daar, in de tuin van Eden.
Terug naar de naam
Wat mij blijft raken, is dit: Adam mocht zijn naam houden. De aarde-man, gevormd uit stof, blijft gewoon Adam. Maar de vrouw, eerst nog Isha, kreeg geen vaste plek in onze vertalingen.
En ik denk dan: hadden we het niet mooier kunnen doen? Gewoon die eerste naam behouden — Isha — of op z’n Nederlands: manninne. En dan uitleggen waar het vandaan komt. Een kleine voetnoot had genoeg geweest. Want soms zegt een naam meer dan duizend verklaringen.
Tot mijn verrassing vind ik bij de HSV de naam nog steeds, afgekort tot Mannin, met een voetnoot. Mooi gedaan.
📜 Wist jij dat de eerste vrouw in de Bijbel ooit manninne werd genoemd in Nederland
© Aritha – Alle rechten voorbehouden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten