vrijdag 24 februari 2023

Wijsheid vs Dwaasheid: "Haar voeten blijven niet thuis"

Hoewel de Bijbel veel voorbeelden geeft van werkende vrouwen, zijn er hardnekkige vragen over vrouwen die in de samenleving werken. Een van de grootste zorgen is of het wel of niet gepast is voor vrouwen om buitenshuis te werken of een carrière te hebben. De Bijbel zegt dat vrouwen thuisbewaarders moeten zijn, toch?


Er zijn 2 uitersten wat betreft buitenshuis werkende vrouwen:

  1. Het ene uiterste zegt dat vrouwen alles kunnen en moeten doen wat ze willen, zonder rekening te houden met het effect dat dit op anderen kan hebben. Hoewel deze opvatting in onze seculiere samenleving wordt aangetroffen, is deze niet zo gebruikelijk onder gelovigen, vooral niet onder degenen die trouw willen zijn aan de Bijbel.
  2. Het andere uiterste is dat vrouwen niet buitenshuis mogen werken of carrière moeten maken. Degenen die deze mening hebben, beweren dat vrouwen bedoeld zijn om voor het huis en het gezin te zorgen. Buitenshuis werken leidt tot het loslaten van hun verantwoordelijkheden en het ingaan tegen de geschapen orde die God vanaf het begin heeft ingesteld. [1]


De meeste opvattingen over buitenshuis werkende vrouwen vallen ergens tussen deze twee uitersten in. Maar onder conservatieve christenen wordt thuisblijven beschouwd als het ideaal voor vrouwen. De redenering is dat God vrouwen heeft geschapen om zich op het huis te concentreren, terwijl mannen zijn gemaakt om zich op de buitenwereld te concentreren. Adam werd buiten de tuin gemaakt in de velden waar hij zou werken, maar Eva werd gemaakt in de tuin in "het 'thuis' waar God haar man had geplaatst." [2] 

Vrouwen hebben volgens die opvatting daarom een ​​natuurlijke neiging tot huishoudelijke aangelegenheden. Zoals Mary Kassian het uitlegt:

De Bijbel leert dat God de vrouw schiep met een unieke vrouwelijke 'neiging' voor het huis. 'Thuiswerken' staat in de top tien van belangrijke dingen die oudere vrouwen aan jongeren moeten leren (Titus 2:5). De Bijbel moedigt jonge vrouwen aan om 'hun huishouden te beheren' (1 Timotheüs 5:14). De Bijbel prijst haar die 'zorgvuldig omgaat met de wegen van haar huishouding' (Spreuken 31:27). De Bijbel plaatst vrouwen die niet thuisblijven, in een negatief daglicht (Spreuken 7:11). [3]

De verzen die Mary Kassian hier gebruikt, worden wel vaker genoemd in discussies over vrouwen die buitenshuis werken. De eerste twee verzen zijn genomen uit Paulus' advies voor vrouwen in de kerk. In Titus 2:5 zegt Paulus dat oudere vrouwen jongere vrouwen moeten leren "verstandig en rein te zijn, thuis te werken, vriendelijk, onderworpen aan hun eigen man, zodat het woord van God niet wordt onteerd". In 1 Timotheüs 5:14 zegt hij: "Daarom wil ik dat jongere weduwen trouwen, kinderen baren, het huishouden doen en de vijand geen aanleiding geven tot verwijten."

👉 Over de jonge weduwen: trouwen, kinderen krijgen en huis besturen 

Spreuken 31 bevat verschillende verzen over de zorg van een vrouw voor haar huishouden. Vers 27 zegt: "Ze let goed op de wegen van haar huishouden en eet niet het brood van luiheid." De andere passage uit Spreuken waarnaar Kassian verwijst, is Spreuken 7:11, waar staat: "Zij was onrustig en opstandig, haar voeten bleven niet thuis."

De vraag die we ons moeten stellen is of Spreuken 7:11 echt gaat over vrouwen die buitenshuis werken. Spreuken 7 gaat namelijk over een overspelige vrouw die een man verleidt. In de context is het een waarschuwing aan mannen om zonde te vermijden. Spreuken 7:11 gaat over haar ontrouw. Het punt is niet dat ze van huis weg is. Het punt is dat ze niet trouw is aan haar man.

Wijsheid daarentegen, gepersonifieerd als een vrouw, wordt beschreven in Spreuken 1, 8 en 9. Zowel wijsheid als de overspelige vrouw proberen mannen te beïnvloeden. In Spreuken 7 is de overspelige of dwaze vrouw ontwrichtend, opstandig, op straat, terwijl ze mannen vastgrijpt en kust en hen verleidt tot zonde. We zien haar weer in Spreuken 9. Hier wordt ze beschreven als dwaas, zittend bij de deur of op hoge plaatsen, roepend naar voorbijgangers, hen uitnodigend om binnen te komen, hen aanmoedigend om geheim brood te eten en gestolen water te drinken, waardoor ze zondigen.


In de parallelle passages over wijsheid zien we haar ook op straat, bij de stadspoorten, op de hoogten van de stad, schreeuwend en roepend naar mannen, ze uitnodigend in het huis dat ze heeft gebouwd, ze aanmoedigend om te eten en te drinken op haar feest. Het verschil is waartoe wijsheid mensen leidt. Wijsheid leidt mensen tot kennis en rechtvaardigheid. Haar doel is helpen en bemoedigen, opbouwen en sterken, terechtwijzen en adviseren.

De slechtheid van de dwaze vrouw is niet dat ze niet thuis is of dat ze luidruchtig is of zelfs dat ze mannen beïnvloedt. Haar slechtheid is dat ze mannen tot zonde leidt . Haar doel is vernietigen en afbreken. De methoden van de twee vrouwen zijn vergelijkbaar, maar hun doelen en de eindresultaten zijn heel verschillend.

Geen enkele vrouw zou willen zijn zoals de dwaze vrouw, maar het gevaar schuilt niet in buitenshuis werken. Het is ontrouw en overspelig zijn. We zien dezelfde nadruk op de gevaren van overspel en trouweloosheid in een vers over mannen: "Als een vogel die van haar nest afdwaalt, zo is een man die van zijn huis afdwaalt" (Spr. 27:8).

Net als wijsheid en de Spreuken 31-vrouw, kan een gelovige vrouw trouw zijn aan de Heer en aan haar man terwijl ze binnen of buiten het huis werkt. Het zijn haar hart en houding, niet haar locatie, die essentieel zijn.

[1] Anna Sofia en Elizabeth Botkin, Zoveel meer (San Antonio: The Vision Forum, Inc, 2005), 111.
[2] Mary A. Kassian en Nancy Leigh DeMoss, True Woman 101: Divine Design (Chicago: Moody Publishers, 2012)
[3] Mary Kassian, Girls Gone Wise in a World Gone Wild (Chicago: Moody Publishers, 2010), 76.

---
Met toestemming overgenomen van Rachel Green Millers blog: A daughter of the Reformation

Geen opmerkingen:

Een reactie posten